Informatie over het woord olmboom (Nederlands → Esperanto: ulmo)

Synoniemen: iep, iepeboom, olm

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɔlᵊmbom/
Afbrekingolm·boom
Geslachtmanlijk
Meervoudolmbomen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
olmboompjeolmboompjes

Voorbeelden van gebruik

Onder een grote olmboom hield hij stil, beantwoordde het trompetgeschal en begon op zijne tenen lopende, omzichtig in alle richtingen rond te kijken.

Vertalingen

Afrikaansiepeboom
Deenselm
DuitsRüster; Ulme
Engelselm; elm‐tree
Engels (Oudengels)elm
Esperantoulmo
Fransorme
Italiaansolmo
LuxemburgsUlm
Portugeesolmo; ulmeiro; ulmo
Russischвяз
Saterfriesieperne Boom
Spaansolmo
Tsjechischjilm
Turkskaraağaç
Westerlauwers Friesiperenbeam
Zweedsalm