Informatie over het woord ineenstorten (Nederlands → Esperanto: implodi)

Synoniem: imploderen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɪˈnenstɔrtə(n)/
Afbrekingin·een·stor·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stort ineen(ik) stortte ineen
(jij) stort ineen(jij) stortte ineen
(hij) stort ineen(hij) stortte ineen
(wij) storten ineen(wij) stortten ineen
(jullie) storten ineen(jullie) stortten ineen
(gij) stort ineen(gij) storttet ineen
(zij) storten ineen(zij) stortten ineen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ineenstorte(dat ik) ineenstortte
(dat jij) ineenstorte(dat jij) ineenstortte
(dat hij) ineenstorte(dat hij) ineenstortte
(dat wij) ineenstorten(dat wij) ineenstortten
(dat jullie) ineenstorten(dat jullie) ineenstortten
(dat gij) ineenstortet(dat gij) ineenstorttet
(dat zij) ineenstorten(dat zij) ineenstortten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ineenstortend, ineenstortende(zijn) ineengestort

Voorbeelden van gebruik

Waarom exploderen ze niet, of storten ze ineen?

Vertalingen

Duitsimplodieren
Esperantoimplodi