Informatie over het woord houtvuur (Nederlands → Esperanto: lignofajro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦɑu̯tfyːr/
Afbrekinghout·vuur
Geslachtonzijdig
Meervoudhoutvuren

Voorbeelden van gebruik

Hoewel het zomer was, brandde er een houtvuur en de rook steeg op naar beroete balken en vond een uitweg door een opening in het dak.

Vertalingen

Esperantolignofajro