Informatie over het woord afscheiding (Nederlands → Esperanto: apartigilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɑfsxɛi̯dɪŋ/
Afbrekingaf·schei·ding
Geslachtvrouwelijk
Meervoudafscheidingen

Voorbeelden van gebruik

Het leek meer een afscheiding dan het plotselinge einde van de grot, want de wand was niet van hetzelfde materiaal als de rots, maar van iets dat op het gevoel op erg hard hout leek.

Vertalingen

DuitsSeparator; Abscheider
Engelsseparator
Esperantoapartigilo