Informatie over het woord ogen (Nederlands → Esperanto: aspekti)

Synoniemen: eruitzien, eruitzien als, het uiterlijk hebben van, vóórkomen, zien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈoɣə(n)/
Afbrekingogen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) oog(ik) oogde
(jij) oogt(jij) oogde
(hij) oogt(hij) oogde
(wij) ogen(wij) oogden
(jullie) ogen(jullie) oogden
(gij) oogt(gij) oogdet
(zij) ogen(zij) oogden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) oge(dat ik) oogde
(dat jij) oge(dat jij) oogde
(dat hij) oge(dat hij) oogde
(dat wij) ogen(dat wij) oogden
(dat jullie) ogen(dat jullie) oogden
(dat gij) oget(dat gij) oogdet
(dat zij) ogen(dat zij) oogden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ogend, ogende(hebben) geoogd

Voorbeelden van gebruik

Het was, zo dacht hij, een aangenaam ogende woning, waarvan men niet zou verwachten dat er een bedrieglijk monster huisde.
Het bloed dat zijn gezicht kleurde, oogde heel dramatisch, maar Cyrion kon wel zien dat de wond geen pijn deed.

Vertalingen

Afrikaansgelyk
Catalaanssemblar
Deensse ud
Duitsaussehen; aussehen wie
Engelslook
Esperantoaspekti
Faeröerssíggja út
Fransavoir l’air de; paraître
Italiaansparere
Poolsmieć wygląd; wyglądać
Portugeesrepresentar; ter aparência de; ter aspecto de
Spaansparecer
Thaisดู
Tsjechischvypadat