Informatie over het woord gebrul (Nederlands → Esperanto: kriegado)

Synoniemen: gekrijs, misbáár, gegil, gillen

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈbrɵl/
Afbrekingge·brul
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Ze zagen de wagen en slaakten een gebrul van woede.
Het gebrul werd oorverdovend.
Puiras stiet een protesterend gebrul uit.

Vertalingen

Engelshowling; shouting
Esperantokriegado