Informatie over het woord fotokopiëren (Nederlands → Esperanto: fotokopii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/fotokopiˈjerə(n)/
Afbrekingfo·to·ko·pi·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) fotokopieer(ik) fotokopieerde
(jij) fotokopieert(jij) fotokopieerde
(hij) fotokopieert(hij) fotokopieerde
(wij) fotokopiëren(wij) fotokopieerden
(jullie) fotokopiëren(jullie) fotokopieerden
(gij) fotokopieert(gij) fotokopieerdet
(zij) fotokopiëren(zij) fotokopieerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) fotokopiëre(dat ik) fotokopieerde
(dat jij) fotokopiëre(dat jij) fotokopieerde
(dat hij) fotokopiëre(dat hij) fotokopieerde
(dat wij) fotokopiëren(dat wij) fotokopieerden
(dat jullie) fotokopiëren(dat jullie) fotokopieerden
(dat gij) fotokopiëret(dat gij) fotokopieerdet
(dat zij) fotokopiëren(dat zij) fotokopieerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
fotokopieerfotokopieert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
fotokopiërend, fotokopiërende(hebben) gefotokopieerd

Vertalingen

Esperantofotokopii