Informatie over het woord fluoreren (Nederlands → Esperanto: fluoreski)

Synoniem: fluoresceren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/flyʋoˈrerə(n)/
Afbrekingflu·o·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) fluoreert(hij) fluoreerde
(zij) fluoreren(zij) fluoreerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) fluorere(dat hij) fluoreerde
(dat zij) fluoreren(dat zij) fluoreerden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
fluorerend, fluorerende(hebben) gefluoreerd

Vertalingen

Duitsfluoreszieren
Engelsfluoresce
Esperantofluoreski