Informatie over het woord schemeren (Nederlands → Esperanto: krepuskiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈsxemərə(n)/
Afbrekingsche·me·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(het) schemert(het) schemerde
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat het) schemere(dat het) schemerde
Verleden deelwoord
(heeft) geschemerd

Voorbeelden van gebruik

Maar er gebeurde niets en het schemerde al toen we de grote poort van het kasteel bereikten.
En toen het begon te schemeren liep ik bang om opnieuw lang die onheilspellende plaats te komen, over de bochtige zuidelijke weg met een grote omweg terug naar de stad.
Toen het begon te schemeren, is de zoektocht gestaakt.

Vertalingen

Duitsdämmern
Esperantokrepuskiĝi