Informatie over het woord ejaculeren (Nederlands → Esperanto: ejakuli)

Synoniem: zaad uitstorten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ejakyˈlerə(n)/
Afbrekingeja·cu·le·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ejaculeer(ik) ejaculeerde
(jij) ejaculeert(jij) ejaculeerde
(hij) ejaculeert(hij) ejaculeerde
(wij) ejaculeren(wij) ejaculeerden
(jullie) ejaculeren(jullie) ejaculeerden
(gij) ejaculeert(gij) ejaculeerdet
(zij) ejaculeren(zij) ejaculeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ejaculere(dat ik) ejaculeerde
(dat jij) ejaculere(dat jij) ejaculeerde
(dat hij) ejaculere(dat hij) ejaculeerde
(dat wij) ejaculeren(dat wij) ejaculeerden
(dat jullie) ejaculeren(dat jullie) ejaculeerden
(dat gij) ejaculeret(dat gij) ejaculeerdet
(dat zij) ejaculeren(dat zij) ejaculeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ejaculeerejaculeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ejaculerend, ejaculerende(hebben) geëjaculeerd

Vertalingen

Duitsejakulieren
Engelsejaculate
Esperantoejakuli
Portugeesejacular
Spaanseyacular