Informatie over het woord dorpsbewoner (Nederlands → Esperanto: vilaĝano)

Synoniem: dorpeling

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈdɔrᵊpsbəʋonər/
Afbrekingdorps·be·wo·ner
Geslachtmanlijk
Meervouddorpsbewoners

Voorbeelden van gebruik

Toen de dorpsbewoners ’s morgens ontwaakten, zagen ze aanstonds dat de oogst verloren was.
Ze behoefden niet ver te lopen, want de meeste dorpsbewoners hadden zich op het strand verzameld en de mannen stonden opgewonden te praten.

Vertalingen

Albaneesfshatar
DuitsDörfler; Dorfbewohner; Dörfer
Engelsvillager
Esperantovilaĝano
Fransvillageois
Portugeesaldeão
SaterfriesTäärper
Westerlauwers Friesdoarpsman; doarpsbewenner