Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) centrifugeer | (ik) centrifugeerde |
(jij) centrifugeert | (jij) centrifugeerde |
(hij) centrifugeert | (hij) centrifugeerde |
(wij) centrifugeren | (wij) centrifugeerden |
(jullie) centrifugeren | (jullie) centrifugeerden |
(gij) centrifugeert | (gij) centrifugeerdet |
(zij) centrifugeren | (zij) centrifugeerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) centrifugere | (dat ik) centrifugeerde |
(dat jij) centrifugere | (dat jij) centrifugeerde |
(dat hij) centrifugere | (dat hij) centrifugeerde |
(dat wij) centrifugeren | (dat wij) centrifugeerden |
(dat jullie) centrifugeren | (dat jullie) centrifugeerden |
(dat gij) centrifugeret | (dat gij) centrifugeerdet |
(dat zij) centrifugeren | (dat zij) centrifugeerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
centrifugeer | centrifugeert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
centrifugerend, centrifugerende | (hebben) gecentrifugeerd |