Informatie over het woord Filipijn (Nederlands → Esperanto: filipinano)

Synoniem: Filipino

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/filiˈpɛi̯n/
AfbrekingFi·li·pijn
Geslachtmanlijk
MeervoudFilipijnen

Voorbeelden van gebruik

Ruim 50.000 Filipijnen die rondom de vulkaan Mayon wonen, moeten hun huizen zo snel mogelijk verlaten.
Vijf andere Filipijnen kwamen eerder al om door het noodweer.
Het Algerijnse staatspersbureau spreekt van vier omgekomen buitenlanders: twee Britten en twee Filipijnen.

Vertalingen

DuitsPhilippiner; Filipino
EngelsFilipino
Esperantofilipinano
FransPhilippin
Papiamentsfilipino
Spaansfilipino