Informatie over het woord inspecteur (Nederlands → Esperanto: inspektoro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɪnspɛkˈtør/
Afbrekingin·spec·teur
Geslachtmanlijk
Meervoudinspecteurs

Voorbeelden van gebruik

Toen ze de hoorn weer op de haak had gelegd, liet ze de inspecteur lezen wat ze geschreven had.

Vertalingen

DuitsInspektor; Aufseher; Inspizient
Esperantoinspektoro
SaterfriesApsichtsbeamte; Inspektor