Informatie over het woord boogpees (Nederlands → Esperanto: arkoŝnuro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈboxpes/
Afbrekingboog·pees
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudboogpezen

Voorbeelden van gebruik

Toen spande Bard de boogpees tot aan zijn oor.
Deze bonden zij met boogpezen samen en spreidden hun mantels over het geraamte uit.

Vertalingen

DuitsBogensehne
Engelsbowstring
Esperantoarkoŝnuro; pafarkŝnuro