Informatie over het woord pols (Nederlands → Esperanto: manartiko)

Synoniem: polsgewricht

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/pɔls/
Afbrekingpols
Geslachtmanlijk
Meervoudpolsen

Voorbeelden van gebruik

Hij grinnikte geamuseerd en streelde haar pols.
Zijn polsen waren op zijn rug gebonden en hij lag in een weinig gemakkelijke houding op het ijs.
Zijn vingers sloten zich om Patricia’s pols.
Geef me je pols.

Vertalingen

DuitsHandgelenk
Engelswrist
Esperantomanartiko; pojno