Informatie over het woord trancheren (Nederlands → Esperanto: distranĉi)

Synoniem: voorsnijden

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) trancheer(ik) trancheerde
(jij) trancheert(jij) trancheerde
(hij) trancheert(hij) trancheerde
(wij) trancheren(wij) trancheerden
(jullie) trancheren(jullie) trancheerden
(gij) trancheert(gij) trancheerdet
(zij) trancheren(zij) trancheerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tranchere(dat ik) trancheerde
(dat jij) tranchere(dat jij) trancheerde
(dat hij) tranchere(dat hij) trancheerde
(dat wij) trancheren(dat wij) trancheerden
(dat jullie) trancheren(dat jullie) trancheerden
(dat gij) trancheret(dat gij) trancheerdet
(dat zij) trancheren(dat zij) trancheerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
trancheertrancheert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
trancherend, trancherende(hebben) getrancheerd

Vertalingen

Engelscarve
Esperantodistranĉi
Faeröersskera sundur