Informatie over het woord omringen (Nederlands → Esperanto: ĉirkaŭigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈrɪŋə(n)/
Afbrekingom·rin·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(wij) omringen(wij) omringden
(jullie) omringen(jullie) omringden
(gij) omringt(gij) omringdet
(zij) omringen(zij) omringden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat wij) omringen(dat wij) omringden
(dat jullie) omringen(dat jullie) omringden
(dat gij) omringet(dat gij) omringdet
(dat zij) omringen(dat zij) omringden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
omringomringt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omringend, omringende(hebben) omringd

Vertalingen

Duitsumgeben; umlegen
Engelssurround
Esperantoĉirkaŭigi