Synoniem: omroepen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) stuur rond | (ik) stuurde rond |
(jij) stuurt rond | (jij) stuurde rond |
(hij) stuurt rond | (hij) stuurde rond |
(wij) sturen rond | (wij) stuurden rond |
(jullie) sturen rond | (jullie) stuurden rond |
(gij) stuurt rond | (gij) stuurdet rond |
(zij) sturen rond | (zij) stuurden rond |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) rondsture | (dat ik) rondstuurde |
(dat jij) rondsture | (dat jij) rondstuurde |
(dat hij) rondsture | (dat hij) rondstuurde |
(dat wij) rondsturen | (dat wij) rondstuurden |
(dat jullie) rondsturen | (dat jullie) rondstuurden |
(dat gij) rondsturet | (dat gij) rondstuurdet |
(dat zij) rondsturen | (dat zij) rondstuurden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
stuur rond | stuurt rond |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
rondsturend, rondsturende | (hebben) rondgestuurd |
Duits | verbreiten; senden |
---|---|
Engels | transmit; broadcast; be on the air |
Esperanto | dissendi |
Frans | diffuser; répandre |
Spaans | emitir; radiar |