Informatie over het woord tsjirpen (Nederlands → Esperanto: ĉirpi)

Synoniemen: sjirpen, tjirpen, tsjilpen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tsjirp(ik) tsjirpte
(jij) tsjirpt(jij) tsjirpte
(hij) tsjirpt(hij) tsjirpte
(wij) tsjirpen(wij) tsjirpten
(jullie) tsjirpen(jullie) tsjirpten
(gij) tsjirpt(gij) tsjirptet
(zij) tsjirpen(zij) tsjirpten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tsjirpe(dat ik) tsjirpte
(dat jij) tsjirpe(dat jij) tsjirpte
(dat hij) tsjirpe(dat hij) tsjirpte
(dat wij) tsjirpen(dat wij) tsjirpten
(dat jullie) tsjirpen(dat jullie) tsjirpten
(dat gij) tsjirpet(dat gij) tsjirptet
(dat zij) tsjirpen(dat zij) tsjirpten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tsjirptsjirpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tsjirpend, tsjirpende(hebben) getsjirpt

Vertalingen

Catalaanscarrisquejar
Duitszirpen
Engelschirp; chirrup
Esperantoĉirpi
Franschanter; striduler
Portugeescricrilar; trilar
Spaanschirriar