Informatie over het woord vaneengaan (Nederlands → Esperanto: disiri)

Synoniemen: scheiden, uiteengaan, zich verspreiden

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(wij) gaan vaneen(wij) gingen vaneen
(jullie) gaan vaneen(jullie) gingen vaneen
(gij) gaat vaneen(gij) gingt vaneen
(zij) gaan vaneen(zij) gingen vaneen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat wij) vaneengaan(dat wij) vaneengingen
(dat jullie) vaneengaan(dat jullie) vaneengingen
(dat gij) vaneengaat(dat gij) vaneenginget
(dat zij) vaneengaan(dat zij) vaneengingen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ga vaneengaat vaneen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vaneengaand, vaneengaande(zijn) vaneengegaan

Vertalingen

Duitsauseinander gehen; sich zerstreuen
Engelsbreak up; separate
Esperantodisiri
Portugeesapartar‐se; separar‐se
Saterfriesuutnunnergunge