Informatie over het woord hotelkamer (Nederlands → Esperanto: hotelĉambro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦoˈtɛlkamər/
Afbrekingho·tel·ka·mer
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudhotelkamers

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
hotelkamertjehotelkamertjes

Voorbeelden van gebruik

De 24‐jarige Joran van der Sloot wordt ervan verdacht dat hij Stephany Flores op 30 mei 2010 heeft vermoord op een hotelkamer in Lima.
Op het moment dat hij nu, laat in de avond, aan een nieuw werkstuk begon, trok koning Hollewijn in zijn hotelkamer de dekens over zich heen.
Ook waren sommige gestrande vakantiegangers ontevreden omdat de reisorganisatie niet voor iedereen een hotelkamer kon regelen.

Vertalingen

DuitsHotelzimmer
Engelshotel room
Esperantohotelĉambro
Franschambre d’hôtel
Spaanshabitación