Informatie over het woord adduceren (Nederlands → Esperanto: adukcii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑdyˈseːrə(n)/
Afbrekingad·du·ce·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) adduceert(hij) adduceerde
(zij) adduceren(zij) adduceerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) adducere(dat hij) adduceerde
(dat zij) adduceren(dat zij) adduceerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
adduceeradduceert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
adducerend, adducerende(hebben) geadduceerd

Vertalingen

Duitsadduzieren
Engelsadduct
Esperantoadukcii