Informatie over het woord uitspinnen (Nederlands → Esperanto: detaligi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) spin uit(ik) spon uit
(jij) spint uit(jij) spon uit
(hij) spint uit(hij) spon uit
(wij) spinnen uit(wij) sponnen uit
(jullie) spinnen uit(jullie) sponnen uit
(gij) spint uit(gij) spondt uit
(zij) spinnen uit(zij) sponnen uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitspinne(dat ik) uitsponne
(dat jij) uitspinne(dat jij) uitsponne
(dat hij) uitspinne(dat hij) uitsponne
(dat wij) uitspinnen(dat wij) uitsponnen
(dat jullie) uitspinnen(dat jullie) uitsponnen
(dat gij) uitspinnet(dat gij) uitsponnet
(dat zij) uitspinnen(dat zij) uitsponnen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
spin uitspint uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitspinnend, uitspinnende(hebben) uitgesponnen

Vertalingen

Esperantodetaligi