Informatie over het woord voteren (Nederlands → Esperanto: destini voĉdone)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/voˈteːrə(n)/
Afbrekingvo·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) voteer(ik) voteerde
(jij) voteert(jij) voteerde
(hij) voteert(hij) voteerde
(wij) voteren(wij) voteerden
(jullie) voteren(jullie) voteerden
(gij) voteert(gij) voteerdet
(zij) voteren(zij) voteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) votere(dat ik) voteerde
(dat jij) votere(dat jij) voteerde
(dat hij) votere(dat hij) voteerde
(dat wij) voteren(dat wij) voteerden
(dat jullie) voteren(dat jullie) voteerden
(dat gij) voteret(dat gij) voteerdet
(dat zij) voteren(dat zij) voteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voteervoteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
voterend, voterende(hebben) gevoteerd

Voorbeelden van gebruik

De raad heeft een bedrag van vijfduizend gulden gevoteerd voor de aankoop van dit stuk grond.

Vertalingen

Esperantodestini voĉdone