Synoniem: afschilferen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ˈɑvblɑdərə(n)/ |
Afbreking | af·blad·de·ren |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) bladdert af | (hij) bladderde af |
(zij) bladderen af | (zij) bladderden af |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) afbladdere | (dat hij) afbladderde |
(dat zij) afbladderen | (dat zij) afbladderden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
afbladderend, afbladderende | (zijn) afgebladderd |
Engels | peel off; scale off |
---|---|
Esperanto | deskvamiĝi; disskvamiĝi |
Spaans | desconcharse |