Informatie over het woord deputeren (Nederlands → Esperanto: deputi)

Synoniemen: afvaardigen, tot afgevaardigde kiezen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/depyˈterə(n)/
Afbrekingde·pu·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) deputeer(ik) deputeerde
(jij) deputeert(jij) deputeerde
(hij) deputeert(hij) deputeerde
(wij) deputeren(wij) deputeerden
(jullie) deputeren(jullie) deputeerden
(gij) deputeert(gij) deputeerdet
(zij) deputeren(zij) deputeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) deputere(dat ik) deputeerde
(dat jij) deputere(dat jij) deputeerde
(dat hij) deputere(dat hij) deputeerde
(dat wij) deputeren(dat wij) deputeerden
(dat jullie) deputeren(dat jullie) deputeerden
(dat gij) deputeret(dat gij) deputeerdet
(dat zij) deputeren(dat zij) deputeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
deputeerdeputeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
deputerend, deputerende(hebben) gedeputeerd

Vertalingen

Catalaanselegir diputats
Duitsabordnen; deputieren; entsenden
Engelsdepute
Esperantodeputi
Faeröersvelja umboð
Portugeesdeputar
Saterfriesdeputierje; ou‐oardenje
Spaansdiputar
Tsjechischvyslat
Westerlauwers Friesôffeardigje; ôffurdigje