Informatie over het woord vizier (Nederlands → Esperanto: veziro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/viˈziːr/
Afbrekingvi·zier
Geslachtmanlijk
Meervoudviziers, vizieren

Vertalingen

DuitsVesier; Wesier
Engelsvizier
Esperantoveziro
Portugeesvizir
Spaansvisir
Westerlauwers Friesfizier