Informatie over het woord eencellig (Nederlands → Esperanto: unuĉela)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/enˈsɛləx/
Afbrekingeen·cel·lig

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudeencellige
Onzijdig enkelvoudeencellig
Meervoudeencellige
Bepaaldeencellige
Partitiefeencelligs

Voorbeelden van gebruik

De eerste planten en dieren waren microscopisch kleine eencellige wezentjes.

Vertalingen

Esperantounuĉela