Informatie over het woord spenen (Nederlands → Esperanto: demamigi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) speen(ik) speende
(jij) speent(jij) speende
(hij) speent(hij) speende
(wij) spenen(wij) speenden
(jullie) spenen(jullie) speenden
(gij) speent(gij) speendet
(zij) spenen(zij) speenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) spene(dat ik) speende
(dat jij) spene(dat jij) speende
(dat hij) spene(dat hij) speende
(dat wij) spenen(dat wij) speenden
(dat jullie) spenen(dat jullie) speenden
(dat gij) spenet(dat gij) speendet
(dat zij) spenen(dat zij) speenden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
speenspeent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
spenend, spenende(hebben) gespeend

Vertalingen

Duitsabstillen
Engelswean; ablactate
Esperantodemamigi; ablakti; debrustigi