Informatie over het woord trojka (Nederlands → Esperanto: trojko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtrɔjka/
Afbrekingtroj·ka

Voorbeelden van gebruik

We rijden met de trojka door het eindeloze woud.

Vertalingen

Engelstroika
Esperantotrojko
Franstroïka
Russischтройка