Synoniemen: angstaanjagend, beangstigend, benauwd, vervaarlijk, vreeswekkend
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ɑŋstˈʋɛkənt/ |
---|
Afbreking | angst·wek·kend |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | angstwekkend |
---|
Vergrotende trap | angstwekkender |
---|
Overtreffende trap | angstwekkendst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | angstwekkend | angstwekkender | (het) angstwekkendst, (het) angstwekkendste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | angstwekkende | angstwekkendere | angstwekkendste |
---|
Onzijdig enkelvoud | angstwekkend | angstwekkender | angstwekkendst |
---|
Meervoud | angstwekkende | angstwekkendere | angstwekkendste |
---|
Bepaald | angstwekkende | angstwekkendere | angstwekkendste |
---|
Partitief | angstwekkends | angstwekkenders | |
---|
Wat is daar nu voor angstwekkends aan?
De anderen waren zo geschrokken van het angstwekkende avontuur dat ze de hele expeditie maar het liefst zouden hebben opgegeven.
Ik kan me geen angstwekkender nieuws voorstellen dan uw toespelingen en waarschuwingen.