Informatie over het woord oorverdovend (Nederlands → Esperanto: surdiga)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/orvərˈdovənt/, /ˈorvərdovənt/
Afbrekingoor·ver·do·vend

Voorbeelden van gebruik

Hun geschreeuw is in het voorjaar oorverdovend.
Het lawaai was oorverdovend.

Vertalingen

Engelsdeafening
Esperantosurdiga
Portugeesatroador; ensurdecedor
Welsbyddarol
Westerlauwers Friesalderheislikst