Informatie over het woord souper (Nederlands → Esperanto: supeo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/suˈpe/
Afbrekingsou·per
Geslachtonzijdig
Meervoudsoupers

Voorbeelden van gebruik

Het souper had die avond bestaan uit kreeft uit blik, sla, roomtaart en brood met kaas.
Daar zal ik mijn souper mee moeten doen.

Vertalingen

Catalaanssopar
Engelssupper
Esperantosupeo
Franssouper
Portugeesjantar festivo
Spaanscena
Zweedssupé