Informatie over het woord afkrabben (Nederlands → Esperanto: degrati)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfkrɑbə(n)/
Afbrekingaf·krab·ben

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krab af(ik) brabde af
(jij) krabt af(jij) brabde af
(hij) krabt af(hij) brabde af
(wij) krabben af(wij) brabden af
(jullie) krabben af(jullie) brabden af
(gij) krabt af(gij) brabdet af
(zij) krabben af(zij) brabden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afkrabbe(dat ik) afbrabde
(dat jij) afkrabbe(dat jij) afbrabde
(dat hij) afkrabbe(dat hij) afbrabde
(dat wij) afkrabben(dat wij) afbrabden
(dat jullie) afkrabben(dat jullie) afbrabden
(dat gij) afkrabbet(dat gij) afbrabdet
(dat zij) afkrabben(dat zij) afbrabden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
krab afkrabt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afkrabbend, afkrabbende(hebben) afgebrabd

Vertalingen

Duitsabkratzen
Engelsscrape; scrape off; scratch off
Esperantodegrati