Informatie over het woord bedraden (Nederlands → Esperanto: provizi je drataro)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈdradə(n)/
Afbrekingbe·dra·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bedraad(ik) bedraadde
(jij) bedraadt(jij) bedraadde
(hij) bedraadt(hij) bedraadde
(wij) bedraden(wij) bedraadden
(jullie) bedraden(jullie) bedraadden
(gij) bedraadt(gij) bedraaddet
(zij) bedraden(zij) bedraadden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bedrade(dat ik) bedraadde
(dat jij) bedrade(dat jij) bedraadde
(dat hij) bedrade(dat hij) bedraadde
(dat wij) bedraden(dat wij) bedraadden
(dat jullie) bedraden(dat jullie) bedraadden
(dat gij) bedradet(dat gij) bedraaddet
(dat zij) bedraden(dat zij) bedraadden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bedraadbedraadt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedradend, bedradende(hebben) bedraad

Vertalingen

Engelswire
Esperantoprovizi je drataro