Informatie over het woord voorouders (Nederlands → Esperanto: prapatroj)

Synoniemen: voorgeslacht, vaderen

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvorɑu̯dər/
Afbrekingvoor·ou·ders

Voorbeelden van gebruik

Zij bezongen de lof van Athelstane en zijn nobele Saksische voorouders.

Vertalingen

DuitsUreltern
Engelsforefathers
Esperantoprapatroj
Faeröersforfedrar
Fransaïeux
Nederduitsvöärvaders
Papiamentsantepasadonan
Spaansantepasados; ascendientes
Westerlauwers Friesâffaars
Zweedsanor; förfäder