Synoniemen: zwaarhoofdig, zwaartillend, zwart, zwartgallig
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /pɛsiˈmɪstis/ |
---|
Afbreking | pes·si·mis·tisch |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | pessimistisch |
---|
Vergrotende trap | pessimistischer |
---|
Overtreffende trap | meest pessimistisch |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | pessimistisch | pessimistischer | (het) meest pessimistisch, (het) meest pessimistische |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | pessimistische | pessimistischere | meest pessimistische |
---|
Onzijdig enkelvoud | pessimistisch | pessimistischer | meest pessimistisch |
---|
Meervoud | pessimistische | pessimistischere | meest pessimistische |
---|
Bepaald | pessimistische | pessimistischere | meest pessimistische |
---|
Partitief | pessimistisch | pessimistischers | |
---|
Morane besteedde vrijwel geen aandacht aan de pessimistische opmerkingen van de Egyptenaar, waar hij ondertussen wel aan gewend was.
Ze was niet pessimistisch van aard.
O, wees toch niet zo pessimistisch, Anne.
Jag Jaganig was niet minder pessimistisch.