Informatie over het woord pion (Nederlands → Esperanto: peono)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/piˈjɔn/
Afbrekingpi·on
Geslachtmanlijk
Meervoudpionnen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
pionnetjepionnetjes

Voorbeelden van gebruik

Hij was een pion.
Deze twee pionnen konden voortaan het vuile werk opknappen.

Vertalingen

Engelspawn
Esperantopeono
Faeröersfinna; talvfinna
Portugeespeão
Spaanspeón
Zweedspion