Informatie over het woord vlieg (Nederlands → Esperanto: muŝo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vlix/
Afbrekingvlieg
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudvliegen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vliegjevliegjes

Voorbeelden van gebruik

Een wolk enorme zwarte vliegen zoemde luid boven de met bloed bespatte stenen.

Vertalingen

Afrikaansvlieg
Catalaansmosca
Deensflue
DuitsFliege
Engelsfly
Engels (Oudengels)fleoge; flyge
Esperantomuŝo
Faeröersfluga
Finskärpänen
Fransmouche
Grieksμύγα
Hongaarslégy
Italiaansmosca
Latijnmusca
LuxemburgsMéck
Maleislalat
Noorsflue
Papiamentsmuska; muskita
Poolsmucha
Portugeesmosca
Schots-Gaelischcuileag
Spaansmosca
Srananfreyfrey
Swahilinzi; inzi
Thaisแมลงวัน
Tsjechischmoucha; muška
Westerlauwers Friesmich
Zweedsfluga