Informatie over het woord wig (Nederlands → Esperanto: kojno)

Synoniemen: keg, keil, wigge, kegge

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ʋɪx/
Afbrekingwig
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudwiggen

Voorbeelden van gebruik

Het is het Oekraïense leger gelukt een wig te drijven in de Russische linies.
Het gereedschap bestond uit twee breekijzers, twee houwelen, drie met ijzer beslagen stokken, een bijl, een hamer, een dozijn koperen wiggen en bouten en lange touwen met knopen.

Vertalingen

Catalaansfalca; tascó
DuitsKeil; Grimmdarm
Engelswedge
Engels (Oudengels)wecg
Esperantokojno
Faeröerskíli; klípi
Franscale; coin
Spaanscuña