Informatie over het woord blindheid (Nederlands → Esperanto: blindeco)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈblɪntɦɛi̯t/
Afbrekingblind·heid
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

Hij had een soort blindheid voor tekortkomingen van mensen, waardoor hij een uiterst doeltreffend leidsman was.

Vertalingen

Deensblindhed
DuitsBlindheit
Engelsblindness
Esperantoblindeco
Grieksστραβομάρα; τυφλότητα
Italiaanscecita
Latijncaecitudo
Portugeescegueira
SaterfriesBliendegaid
Spaansceguera
Tsjechischslepota
Welsdallineb
Westerlauwers Friesblinens