Informatie over het woord bazig (Nederlands → Esperanto: estrema)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈbazəx/
Afbrekingba·zig

Trappen van vergelijking

Stellende trapbazig
Vergrotende trapbaziger
Overtreffende trapbazigst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefbazigbaziger(het) bazigst, (het) bazigste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudbazigebazigerebazigste
Onzijdig enkelvoudbazigbazigerbazigst
Meervoudbazigebazigerebazigste
Bepaaldbazigebazigerebazigste
Partitiefbazigsbazigers 

Voorbeelden van gebruik

Sommige mensen vinden haar bazig en bemoeizuchtig.
Ze was dik en bazig.

Vertalingen

Engelsbossy; masterful
Esperantoestrema