Informatie over het woord smook (Nederlands → Esperanto: densa fumo)

Synoniemen: dichte rook, walm

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/smok/
Afbrekingsmook
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Met deze woorden snelde hij zijn fabriek binnen, waar hij in de smook verdween.
Hij snoof de lucht eens op en veranderde toen van richting, want omdat hij nieuwsgierig van aard is, wilde hij weten waar de smook vandaan kwam.
Al we niet opschieten, is de stakker in de smook gestikt.
„Dit is beter”, zei de geneesheer, die zelf geen last van de smook scheen te hebben.

Vertalingen

Esperantodensa fumo