Informatie over het woord winkelpand (Nederlands → Esperanto: butikdomo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋɪŋkəlpɑnt/
Afbrekingwin·kel·pand
Geslachtonzijdig
Meervoudwinkelpanden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
winkelpandjewinkelpandjes

Voorbeelden van gebruik

Ja, vanaf dat nieuwe winkelpand hier vlak voor uw deur is het maar tien meter.
En ik kom in overuren dit winkelpand sluiten.
Een winkelpand in het centrum van Schagen is zaterdag getroffen door een zeer grote brand.

Vertalingen

DuitsGeschäftsgebäude; Ladenlokal
Esperantobutikdomo