Informatie over het woord wurgen (Nederlands → Esperanto: strangoli)

Synoniemen: choken, verworgen, worgen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ʋɵrɣə(n)/
Afbrekingwur·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) wurg(ik) wurgde
(jij) wurgt(jij) wurgde
(hij) wurgt(hij) wurgde
(wij) wurgen(wij) wurgden
(jullie) wurgen(jullie) wurgden
(gij) wurgt(gij) wurgdet
(zij) wurgen(zij) wurgden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wurge(dat ik) wurgde
(dat jij) wurge(dat jij) wurgde
(dat hij) wurge(dat hij) wurgde
(dat wij) wurgen(dat wij) wurgden
(dat jullie) wurgen(dat jullie) wurgden
(dat gij) wurget(dat gij) wurgdet
(dat zij) wurgen(dat zij) wurgden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wurgwurgt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wurgend, wurgende(hebben) gewurgd

Voorbeelden van gebruik

Ik zou hem vandaag graag met mijn eigen handen hebben gewurgd.
De 33‐jarige man uit Zevenaar die daar vorig jaar juli zijn ex‐vriendin wurgde nadat hij met een ladder naar haar slaapkamer was geklommen, is woensdag wegens moord veroordeeld tot 10 jaar cel en TBS met dwangverpleging.

Vertalingen

Afrikaansverwurg
Deenskvæle
Engelsstrangle
Esperantostrangoli
Faeröerskvala; kyrkja
Latijnastrangulare
Papiamentschoka
Portugeesestrangular
Spaansestrangular
Srananyokro
Turksboğazlamak; boğmak
Westerlauwers Frieswjirgje; wurgje
Zweedsstrypa