Informatie over het woord dubbelganger (Nederlands → Esperanto: similulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈdɵbəlɣɑŋər
Afbrekingdub·bel·gan·ger
Meervouddubbelgangers

Voorbeelden van gebruik

Tom Poes en heer Bommel liepen zo hard als ze konden naar de herberg en net toen heer Ollie om het hoekje keek, zag hij zijn dubbelganger uit de deur naar buitenn komen.

Vertalingen

Engelsdouble; lookalike
Esperantosimilulo; sozio
Franssemblable
Westerlauwers Friesdûbelgonger