Informatie over het woord zich vermannen (Nederlands → Esperanto: repreni kuraĝon)

Woordsoortwederkerend werkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verman mij(ik) vermande mij
(jij) vermant je(jij) vermande je
(hij) vermant zich(hij) vermande zich
(wij) vermannen ons(wij) vermanden ons
(jullie) vermannen ons(jullie) vermanden ons
(gij) vermant u(gij) vermandet u
(zij) vermannen zich(zij) vermanden zich
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) mij zich vermanne(dat ik) mij vermande
(dat jij) je zich vermanne(dat jij) je vermande
(dat hij) zich zich vermanne(dat hij) zich vermande
(dat wij) ons vermannen(dat wij) ons vermanden
(dat jullie) ons vermannen(dat jullie) ons vermanden
(dat gij) u vermannet(dat gij) u vermandet
(dat zij) zich vermannen(dat zij) zich vermanden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verman jevermant je
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
zich vermannend, zich vermannende(hebben) zich vermand

Voorbeelden van gebruik

Toen vermande hij zich.
„Ik ga kijken”, zei heer Bommel, zich vermannend.
Met enige moeite vermande Willett zich en hij begon de formules te bestuderen die in de muren gebeiteld waren.