Informatie over het woord parochie (Nederlands → Esperanto: paroĥo)

Synoniemen: gemeente, kerkbuurt, kerspel

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/paroˈxi/
Afbrekingpa·ro·chie

Voorbeelden van gebruik

Een medewerker van de parochie ontdekte donderdagochtend dat er was geschoten.
Alle bisdommen, parochies en kloosters kunnen wat Chrisóstomos betreft een deel van die obligaties opkopen.

Vertalingen

DuitsSprengel
Engelsparish
Esperantoparoĥo; paroko
Faeröerskirkjusókn; sókn
Finsseurakunta
Fransparoisse
Latijnparochia
Papiamentsparokia
Poolsparafia
Portugeesfreguesia; paróquia
SaterfriesSäärspel; Säspel
Spaansparroquia
Westerlauwers Friesparochy
Zweedsprästgård; socken