Informatie over het woord gasthuis (Nederlands → Esperanto: malsanejo)

Synoniemen: hospitaal, ziekenhuis

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɣɑstɦœy̯s/
Afbrekinggast·huis
Geslachtonzijdig
Meervoudgasthuizen

Voorbeelden van gebruik

Moet heer Olivier naar het gasthuis?
Aan onze linkerzijde zagen wij een groot gebouw, dat ons een gasthuis leek.

Vertalingen

Afrikaanshospitaal
Albaneesspital
Deenshospital
DuitsHospital; Krankenhaus
Engelshospital; infirmary
Esperantomalsanejo; hospitalo; malsanulejo
Franshôpital
Italiaansospedale
Nederduitssekenhuus
Noorssykehus
Papiamentshòspital
Portugeeshospital
Roemeensspital
Russischбольница
Schotshospital
Spaanshospital
Thaisโรงพยาบาล
Tsjechischnemocnice
Welsysbyty
Westerlauwers Friessikehûs
Zweedssjukhus